P6 verstoringen
Je kan natuurlijk de menselijke kaart trekken, monocultuur toepassen (één enkel gewas, velden en velden aan een stuk) kunstmeststoffen gebruiken, snoeien, onkruid wieden, pesticiden en fungiciden en herbiciden gebruiken, en de realiteit is dat je opbrengst gaat hebben. Afhankelijk van de manier waarop je dat doet, zelfs mogelijk veel opbrengst.
Bovenstaande scenario zorgt dat de plant via de meststoffen precies krijgt wat die nodig heeft - wel, daarover is diskussie, er zouden een flink groter aantal nutriënten nodig zijn, zij het in miniscule hoeveelheden, dan wat de kunstmest aanbiedt - en de rest zorgt voor de nadelen van die kunstmest en monocultuur.
Het pad in dit boek is anders: kijken naar de natuur, en daarin jezelf beperken tot het implementeren van disturbances/verstoringen gelijkaardig aan die in de natuur. Die verstoringen zullen, net zoals bovenstaande meststoffen en herbiciden, de facto de omgeving veranderen.
Dan komen we tot:
1. dieren die planten opvreten, ontwortelen, vertrappelen...
2. wind die planten sterker maakt door de beweging, tot het breken van de takken en het afscheuren van bladeren. Turbulentie, pollinatie...
3. schade door het gewicht van sneeuw
4. regen die op de bladeren en de grond valt
5. koude en vorst die impact hebben op het water in de plant
6. droogte
7. overstromingen, die (onder meer organisch) materiaal meeveoeren, dat ergens gedumpt wordt, als groep of als laag.
Die kunnen overigens voortkomen vanuit zoet water door een regenbom of door het niet bevriezen van water op gletsjers, of door een overstroming vanuit de zee en het stijgende zeeniveau.
6. hagel
7. herbivory vector damage, waarmee wordt bedoeld dat verschillende organismes de plant als voedsel kunnen zien, van pestinsecten, over ziektes enz.
8. hitte
9. UV-schade (er worden drie soorten UV straling gezien, waarvan UV-B en UV-C al op zeer korte termijn schadelijk kunnen zijn...)
10. aardverschuiving, die een stuk grond ineens braak kan maken
11. eigenlijk een secundair gevolg: een plant die gestorven is. Denk maar aan een boom die sterft door een ziekte en vervolgens blijft staan om ingepalmd te worden door fungi, gebruikt als leefomgeving voor vogels, enz. totdat de boom bijvoorbeeld omvalt en zo de omgeving verandert. Maar evenzogoed een plant die op het einde van zijn éénjarige cyclus, nadat de zaden zijn gemaakt en verspreid, sterft en de nutriënten - en koolstof - teruggeeft aan de grond/bodem.
12. wormgangen, holen van vossen en konijnen enz. die op hun beurt weer achtergelaten worden en instorten enz.
13. faeces. Dit is een grote, want die faeces bevatten zeer vaak stoffen die ofwel de plant rechtstreeks kunnen voeden (NH4+), dan wel opgenomen worden in het grote ondergrondse voedselweb en zo hun rol spelen. Faeces kan je daar zien als afkomstig van levend, niet plantaardig materiaal, en dan is dat de overschot aan nutriënten aanwezig in hun voedsel (plantaardig of dierlijk), die uitgescheiden wordt.
14. dood van een dier - bij extensie niet-plantaardig leven - dat verteerd wordt door insecten en het bodemleven. Die extensie "niet-plantaardig leven" houdt in dat ook in de grond, er massaal gegeten en gestorven wordt. organismen kunnen door opgegeten te worden of door te sterven, bijdragen aan de cycli van nutriënten, doordat hun lichamen ontbonden worden door weer adere organismen.
15. bladgroei. Doorheen het voorjaar gaan bladeren aan planten groeien, zodat planten en bodem die daarachter liggen, in de schaduw terechtkomen.
16. herfst: dan vallen de bladeren weer af, en bedekken die de grond, als ware ze mulch. Hey, ze zijn mulch.
Een aantal van die verstoringen gaan we zelf implementeren. Faeces gaan we implementeren door te voeden via "pieken" (spikes in et Engels). Waarbij bijvoorbeeld een kegelvormige opening wordt gemaakt vlakbij de plant, waar dan één of meerdere componenten in worden gedumpt. Dat kan een deel compost zijn, of een mengeling van grondstoffen gemengd met microleven, enz. Overstromingen gaan we imiteren door lagen aan te leggen - bijvoorbeeld ergens in een pot een laag aan cocolieten. Of basalt, of lava.
tegen andere gaan we ons beschermen via buffers en diversiteit. Herbivory/plantenvraat gaan we tegengaan door diversiteit in planten en in predatoren die die pestinsecten als voedsel gebruiken.
Comments
Post a Comment