P8 water
Over water kan je ontzettend veel schrijven. Er zijn in literatuur en op het net honderden zoniet duizenden manieren te vinden om onderstaande ideeën te implementeren.
Alles begint bij vier principes over water:
capture: dat gebeurt bijvoorbeeld op een dak, of op de grond zelf
transport: in principes is dit, tenzij je bijvoorbeeld met bidons gaat lopen sleuren, van hoog naar laag
store: in bidons, tanks, containers, vijvers en meren, maar evenzogoed in de grond (bijvoorbeeld in stukken hout, in Hügelkultur).
use: meer en meer wordt dat "gebruik spaarzaam", probeer zo dicht mogelijk in de buurt van de rhizosfeer te blijven (de rhizosfeer is de directe omgeving van de wortels), via dripiirgatie, ceramische systemen...
Daarnaast moet er zeker ook vermeld worden dat er zoiets is als klimaatverandering, en bovendien dat water tegenwoordig behoorlijk vervuild kan zijn.
Eerst het laatste: bekendste vormen zijn de microplastics die in vannalles zitten, zoals in wasproducten, en de oestrogenen, die uitgeplast worden door vrouwen die aan "de pil" zijn.
Dan het eerste: klimaatverandering - het uitstoten van producten als CO2, methaan en stikstofoxides, tegen een hoger volume dan de aarde (Gaia) kan verwerkt krijgen - zorgt voor een hogere omgevingstemperatuur. Warmere lucht kan meer vocht bevatten en zal dat vaak ook doen. De gevolgen van beide zijn:
1. enerzijds gaat het, als het regent, vaak harder regenen. Regenbommen hebben altijd bestaan, maar komen de laatste tijd significant vaker voor. Meer regen die op kortere tijd naar beneden komt, zet de opvangsystemen onder druk: zo zorgt verharding dat het water niet indringt in de grond en zo gekanaliseerd wordt, tot overstromingen, bovenop de onmogelijkheid van niet-verharde grond om zoveel water op te nemen. Vochtige grond neemt meer water op dan droge, dus als de regenbom valt na een droge periode...
2. anderzijds gaan weerpatronen beïnvloed worden door bijvoorbeeld het verschil tussen de temperatuur aan de polen, versus minder noordelijk(zuidelijk voor de Zuidpool). Daardoor gaan luchtstromen in de hogere luchtlagen verstoord worden, krijg je kronkels, waardoor weer "vast komt te zitten", waardoor het langer warm, droog, nat, koud kan zijn. (Voor "droog", zie een andere post).
3. bovendien gaat het systeem van gletsjers, dat de facto een buffer vormt voor water, waardoor water geleidelijkaan doorheen het jaar afsmelt, onder druk komen te staan: normaal valt in het koude seizoen, de regen als sneeuw op de gletsjer, bevriest en komt doorheen het warme seizoen, geleidelijkaa naar beneden. Nu zijn de zal dat water tijdens het koude/regenseizoen minder bevriezen, waardoor het samenkomt in de valleien, met dan overstromingen, en in het warme seizoen droogte tot gevolg.
Comments
Post a Comment