P11 droog

 Droog. English: "dry farming". 

Strict genomen gaat dit over systemen waarbij er bijna geen regen valt (ofwel doorheen het jaar, ofwel tijdens het groei-seizoen), maar gezien het veranderende klimaat, krijg je ook bij ons langere periodes van hetzelfde weer - reden daarvoor is het verschil in opwarming tussen de polen (die sneller opwarmen) en de equator (die nog steeds snel opwarmt, maar trager dan de polen), waardoor wind-circulaties op grote hoogte onstabiel worden, waardoor weer kan "blijven hangen" - waaronder lange periodes van droogte.

Komt daar nog eens bij dat ons land - laten we even België/Vlaanderen nemen, als "land" - de onderwaterlagen leegzuigt via oppompen voor landbouw en industrie. 

Soit, dat is het waarom, nu het "hoe".

Dit zijn regels die weerkeren:

1. zorg voor een bodembedekking die A. het beetje regen dat valt - of irrigatie - zo snel mogelijk naar diepere lagen brengt en B. het opstijgen van vocht via capillaire werking tegengaat. Waaruit die bodembedekking bestaat is van minder belang, hoewel diep-ploegen als nadeel heeft dat de zware landbouwmachines de grond compacteren; Mulch zal daar beter werken, met dien verstande dat de afbraak van dat materiaal en bijhorende voeding van de bodem ofwel niet ofwel tijdens de natte periodes zal gebeuren.

2. stockeer nutriënten en vocht dieper in de grond. Dat kan inhouden dat als allereerste stap in je proces, je de grond moet dubbel-spitten. Dat houdt in dat je eigenlijk de toplaag een stuk dieper gaat leggen, door te graven. het is niet de bedoeling dit regelmatig te doen, zie ook elders op de stadslandbouwblog, over de nadelen van spitten, maar de kans bestaat dat dit als begin wel werkt. Verder gelden alle regels omtrent het aanleggen van de grond, met inbegrip van bodemleven en organisch materiaal inwerken. 

3. plant planten verder uit elkaar, zodat ze een grotere water-reikwijdte hebben. Met water-reikwijdte wordt het Engelse Water-shed bedoeld, wat je kan zien als de oppervlakte waarvan het water dat erop komt, naar die plant gestuurd wordt. Dat kan via wafel-randen - het perceel opdelen in vierkante stukken, waarvan de rand opstaan, of in glooiende stukken, door kanalen aan te leggen, zo-dat water naar de plant-locaties stroomt. Stel je een veld van bomen voor, die op gelijke afstand staan, waarbij de boom in een soort gat staat, en de gaten zijn verbonden door kanalen.  

4. bij irrigatie wordt er best gekozen voor systemen als olla's - zie google - die water via hun poreuze wanden afgeven, "op vraag" of drip-irrgatie, die op heel specifieke punten traag water geven, zodat enkel daar een gestage watertoevoer door de plant kan gecapteerd worden. 

5. soms wordt er een jaar geschrikkeld, in het Engels "fallow", wat wil zeggen dat de natuur gewoon haar ding kan doen.