00. Inhoudstafel P

 Permacultuur:

1. Het gaat over biomimicry van gelijkaardige spots/sites in de natuur. Zoals mijn stadstuin gelijkt op een (voedsel)bosrand in een vruchtbare strook tussen rotsen. 

 

2. Doel van de te ontwerpen systemen is dat ze zichzelf kunnen voortzetten. Dus enerzijds zichzelf in werking kunnen houden en anderzijds, zo mogelijk, zichzelf updaten en vernieuwen.

Deeldoel is om zaken te doen zodanig dat ze minder moeite kosten. Die moeite kan dan ingepast worden als vrije tijd of om de productie nog op te drijven. 

 

3. Start vanuit een diversiteit aan inputs, of dat nu boeken, zaadbanken of zaden voor een bepaalde groente zijn. Zie "inputs" breed genoeg: wanneer je uit kiemlingen kiest welke je niet weerhoudt, worden zij op hun beurt ook weer input. 

 

4. De grond/bodem is de primary bron van inputs (en speelt ook een belangrijke rol bij de outputs) van je systeem. Hiermee bedoel ik in één beweging de wortels van de plant.

5. Zorg voor een balans tussen orde en chaos. Vaak liggen die trouwens in elkaars verlengde.

 

6. Denk in termen van "verstoringen". In de natuur kan dat zijn een dier dat een tak tak leegvreet of zelfs afrukt, wat ook door harde wind of veel sneeuw zou kunnen gebeuren, tot en met de ondenkbare vloedgolf ten gevolge van een regenbom op een plaats met uitsluitend verharding en diepverdichte landbouwgrond die afspoelt.    

 

7. Kijk naar de dynamieken. Van de zon (licht en warmte) zowel op een dag als in het jaar, van de maan (gravitatie)...

 

8. Water. Tja. natuurlijk, water: opvangen, transporteren, stockeren, gebruiken. (zuiveren hoort daar bij gebruiken)

 

9. Plant boven de grond. Dit deel van de plant werkt nauw samen met het deel onder de grond, maar verschilt er fundamenteel van. Maar ook dit deel, de takken, de bladeren, de vruchten, is een levend deel, met functies en bewoners enzovoort. 

 

10. Gildes als voorbeeld van indeling. Een gilde is een verzameling planten, gebouwd rond één of meerdere productieplanten, waarbij elke plant één of liefst meerdere functies op zich neemt: stikstoffixeren, biomassa leveren (boven en onder de grond), pestgerelateerde services (afleiden of predatoren voeden), bewerken van de aarde (diepgravende wortels), mulch-functie, structureel materiaal (zoals trellis), micro-life-refuges.

 

11. Denk droog. Dat wordt één van de realiteiten: er komen droge periodes. Er komen natte ook, en koude, maar ook droge. Misschien denk je beter in één keer "extreem weer". 

 

12. IPM & Indicators: Dit toont de twee-zijdige benadering van plagen. Enerzijds is het de bedoeling om via systemische ingrepen, zoals een vijand van een pest-insect aantrekken, de druk van de plaag op de plant te reduceren, maar anderzijds worden plagen ook gezien als indicatoren, die op zijn minst iets zeggen over de omgeving, maar meestal ook iets over de gezondheid van de plant. 

 

13. Stadsspecifiek. Dat is het huidige opzet, de focus: Zoals hierboven vermeld: de bosrand in de spleet tussen rotsen. Dat gaat over kleur van muren, warmtemassa in al die vormen van "aardmaterialen" (waarbij ik bijvoorbeeld denk aan baksteen(klei), betonklinkers (zand, cement, grind), natuursteen, enz.), doorlaatbaarheid van al die stukken glas, windtunnelen, met weinig toegang tot echte bodem en een heel specifieke manier waarop water wordt opgevangen en getransporteerd (aka "weg"). 

(Dat wil niet zeggen dat als plattelandsmens, je hier niks aan hebt...)

 

14. Logistiek. Dit puntje staat hier omdat logistiek van tel is. de manier waarop al die goederen, betrokkenen, informatie in het systeem (moeten) rondgaan, da's logistiek. Hoe optimaler die organisatie verloopt, hoe beter voor het systeem. 

 

15. Meta. Kan er ook niet aan ontbreken. Er zijn wel wat zaken te zeggen over "hoe" je dit aanpakt, maar dan organisatorisch, of zelfs...

 

16. DIY. Do It Yourself. Op twee manieren: 

1. Door te vertrekken vanuit jezelf, met de hoeveelheid energie en commitment die je de facto hebt. 

2. Niet door voor alles de oplossing te kopen, maar door een aantal dingen "zelf" te doen.